Naast dat een grens kunstmatig of natuurlijk kan zijn, kun je ook onderscheid maken tussen open en gesloten grenzen. Bij ons in Europa zijn de meeste grenzen open, wat inhoudt dat er bijna geen controle meer is op de grenzen door douanes. Op de snelwegen kun je aan borden zien dat je in een ander land bent. Ook kan soms de omgeving, bijvoorbeeld de huizen er anders uit zien. Door deze open grenzen wordt reizen en handelen makkelijk gemaakt. 

Gesloten grenzen kun je vaak goed herkennen aan hekken, muren en grenswachten. Neem als voorbeeld de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico. Een gesloten grens kun je dan ook niet zomaar over gaan; je hebt meestal een visum nodig. Sommige grenzen zijn helemaal afgesloten zoals Noord- en Zuid-Korea.